Open Monumentendag: Wandeling ‘Op d’n Groente’ Krabbendijke
Algemeen
Tijdens de Open Monumentendag op zaterdag 9 september 2023 organiseren wij verschillende activiteiten in de gemeente. De monumentale bomenwandeling 'Op d'n Groente' in Krabbendijke is hier één van. Loop mee vanaf de muziektent om 10:30 uur of wandel zelf met de QR-code.
Aanmelden kan tot vrijdag 8 september 12:00 uur via gemeente@reimerswaal.nl.
Wandeling ‘Op d’n Groente’ Krabbendijke
Voor u ligt de beschrijving van een wandeling door en rond het centrum van Krabbendijke. De nadruk van de route ligt op de bomen, maar ook de context in de historie van Krabbendijke wordt genoemd in korte beschrijvingen en wetenswaardigheden.
De route is jaarrond te gebruiken, deze beschrijving is digitaal toegankelijk via een QR code.
Parkeren van de auto kan op één van de drie (!) parkeerplaatsen in het centrum. Gelieve geen langdurig gebruik te maken van de parkeerplaats voor de kerk aan Kerkpad 1.
De wandeling start en eindigt ter hoogte van de kruising Dorpsstraat – J.W. Frisostraat en duurt ongeveer 45 minuten. De wandeling kan naar wens langer of korter gemaakt worden. Bijvoorbeeld op de begraafplaats van Krabbendijke zijn meerdere monumentale bomen te bewonderen en in de Westweg is rijksmonument de molen een bezoekje waard.
Een deel van de wandeling voert over een grasstrook, mensen die slecht ter been zijn kunnen het dichtstbijzijnde trottoir volgen.
De samenstellers wensen u een fijne en interessante wandeling.
Plattegrond route bomenwandeling Krabbendijke
Route bomenwandeling Krabbendijke
Monumentale bomen, een korte introductie
Vanuit oud volksgeloof werden bijzondere eigenschappen aan bomen toebedeeld: een Linde bracht geluk en liefde, een Eik als symbool voor Ouderdom en Wijsheid. Onder een Linde kon rechtspraak plaatsvinden, maar ook een jaarlijkse viering zoals een oogstfeest. De oudste boomvorm (levend wortelgestel uit één stuk) van de wereld schijnt zo’n 9000 jaar oud te zijn, de oudste levende boom met één stam wordt geschat op 5000 jaar. De genetisch oudste boom van Nederland is de Marialinde in Oisterwijk, wel 632 jaren oud, maar de huidige stam is waarschijnlijk een uitloper van de stamvoet, een zogenaamde dochterboom. De daarna oudste boom is de Heilige Eik in Den Hout, tussen 600 en 800 jaar oud.
Bomen met bovengenoemde eeuwenoude historie zul je in Reimerswaal niet vinden, onze Schelde-delta was te veranderlijk door overstromingen en door brak grondwater ongeschikt om bomen zó oud te laten worden. In Zeeland staat een hele oude dochterboom bij kasteel Westhove, vermoedelijk geplant tussen 1700-1750.
Uit minder oude periodes zijn ongeveer 67 stuks monumentale bomen op zowel openbaar terrein als in particuliere tuinen aanwezig. Deze bomen zijn geregistreerd bij de Bomenstichting. Er zijn meerdere bomen potentieel monumentaal, maar nog niet oud genoeg voor registratie.
Vanaf de 18e eeuw werden sierbomen in tuinen aangeplant als statussymbool, vooral exotische bomen (uit zo ver mogelijke landen) waren erg in trek bij de rijke mensen. Het hebben van een sierboom gaf aan dat de eigenaar over genoeg geld beschikte om eten te kopen i.p.v. zelf voedsel te verbouwen in een moestuin of boomgaard. Het verkrijgen van een exotische boom was daarnaast ook een bewijs van buitenlandse betrekkingen en handelsverbanden van de boomeigenaar.
In Zeeland werden (en worden) ook zogenaamde Grenslinden aangeplant, als zichtbare afbakening van percelen en eigendommen, en op kruispunten van wegen. In Waarde is een Linde aanwezig die mogenlijk als grenslinde is aangeplant, maar daar is geen documentatie van te vinden en de boom is nog niet oud genoeg voor een monumentale status.
Een boom kan de monumentale status krijgen wanneer ze 80 jaar of ouder is en een bijzondere eigenschap heeft (soort, historie, zeldzaamheid, beeldbepalend voor de plaats) die van landelijk belang is, òf is aangeplant ter gelegeheid van een bijzondere, landelijke gebeurtenis. Gewoonlijk zijn de geboorte, kroning en 50e verjaardag van de Koning of Koningin zo’n gebeurtenis.
In 1980 zijn in iedere kern van Reimerswaal Beatrixbomen Tilia cordata of Tilia x europaea aangeplant ter gelegenheid van de kroning van Koningin Beatrix. In Reimerswaal komen helaas geen Wilhelmina- of Julianabomen voor, maar in Kruiningen staat wel een Koningsboom Tilia henryana ter gelegenheid van de kroning van Willem Alexander in 2013, en in Rilland is in 2003 een Amaliaboom Tilia aangeplant ter gelegenheid van de geboorte van kroonprinses Amalia.
Krabbendijke, historie in een notendop
In 1187 werd de naam ‘Crabbendicke’voor het eerst vermeld in een schenkingsakte, waarbij de heerlijkheid Krabbendijke wordt overgedragen van de Heer van Breda aan de Abdij de heilige Maagd van Ter Doest in Vlaanderen. De Cistercienzers hadden de bedijking rond Krabbendijke rond 1200 voltooid, gelegen aan de huidige Monnikenpolder. De Abdij had daarna minder aandacht voor het onderhoud van de dijken, waardoor het oude Crabbendijke in de 16e eeuw door stormvloeden verloren ging. De grond werd overgedragen aan de Gouverneur van Veere. Ook in de daarop volgende jaren is de heerlijkheid Crabbendicke meermaals overstroomd en weer drooggelegd.
Het huidige Krabbendijke is omstreeks 1600 ontstaan op de kruising van een noord-zuid- en oostwest-as in de drooggelegde Oostpolder. Enkele straatnamen verwijzen naar deze assen en naar de oude polders en kreken uit de omgeving.
Krabbendijke is gelegen in een fruitteeltgebied, daarom zijn meerdere straatnamen verwijzingen naar (klein)fruit. Zo zijn in de lijngoot (afwatering van de verharding in de Dorpsstraat) afbeeldingen van appels en peren èn enkele krabben te zien.
De watersnoodramp van 1953 bleef Krabbendijke bespaard, maar de buurtschappen Oostdijk en Waarde werden wel beschadigd. Daar zijn slechts enkele bomen behouden gebleven. De straatnaam Zuidweg is in 1953 deels gewijzigd in J.W. Frisostraat, verwijzend naar het gelijknamige legerbataljon dat een dijkdoorbraak in de Emanuelpolder wist te dichten. Door niet overstroomd te zijn geweest, zijn bomen in Krabbendijke bewaard gebleven. Meerdere daarvan hebben nu een monumentale status.
Kenmerkend bomenbeeld in Krabbendijke
Binnen de bebouwde kom van Krabbendijke staan opvallend veel Bruine (Rode) Beuken Fagus Sylvatica ‘Atropunicea’, jong en oud, met een natuurlijke kroonvorm of als zuilboom F.s. ‘Dawyck Purple’ of F.s. ‘Rohan Obelisk’.
Ook de normale groene Beuken Fagus sylvatica zijn in Krabbendijke te vinden.
Door de gemeentelijke groendienst werd en wordt Rode Beuk als een ‘markeringsboom’ toegepast, en met dat doel aangeplant op markante punten aan entrees van straten en wijken. Vooral in de wijk Kerkpolder, rondom het Dorpshuis De Meiboom zijn veel Rode Beuken te bewonderen, maar allen nog te jong voor een monumentale status.
Stop 1: Startpunt wandeling, Dorpsstraat, De Groente
Het parkje waar we starten staat lokaal bekend als parkje De Groente.
De wandeling start bij de dorpsvijver, voorheen een veedrenkput, een ‘Vate’ met twee gemetselde zijden en een grashelling. De vate is op een gravure van Jan Bulthuis uit 1790-1792 voor het eerst aangegeven, maar de drinkput was al eerder aangelegd, waarschijnlijk gelijktijdig met de bouw van de eerste kerk in het dorp (1655).
De definitie van een vate is ‘openbare waterput, vlakbij of in het dorp, dienende als drinkput voor het vee en als brandput’. Een vate heeft gewoonlijk aan één zijde een flauwe helling, op onderstaande oude prentbriefkaart uit 1920 is deze nog te zien.
De Vate is in 2019 - op precies dezelfde plaats- in een modern jasje gestoken. Dat was nodig om de belevingswaarde van de in onbruik geraakte vijver te verhogen. Het waterpeil is omhoog gebracht en watercirculatie houdt het water fris.
Aan de zuidzijde van de Vaete is recent een jonge Gele Treurwilg aangeplant.
In Nederland zijn zo’n 10 van de 300 bekende soorten wilgen inheems, de Gele Treurwilg Salix x sepulcralis ‘Chrysocoma’ is een kruissing van Schietwilg Salix alba en Treurwilg Salix babylonica, oorspronkelijk uit Azië. Tegenwoordig is deze cv de algemeen gebruikte treurwilg.
Vroeger stonden rondom de oude Vate meerdere volwassen treurwilgen, mogelijk nog Babylon-treurwilgen Salix babylonica uit Noord-China. Ze werd in Frankrijk gevonden rond 1675. In Nederland trof Linnaeus de soort aan in 1735. Deze soort wordt nog zelden toegepast.
De eerste grote bomen vanaf de Vate zijn Witte Paardenkastanjes Aesculus x hippocastanum. Deze boomsoort is afkomstig uit Zuidoost-Europa en Klein-Azië en werd in de 16e eeuw naar het westen van Europa ingevoerd als sierboom. Paardenkastanje werd in vroegere jaren ook veel aangeplant op boerenerven, want de rijpe vruchten werden aan de werkpaarden gevoerd om hoest te genezen. Ook geiten en varkens kunnen de vruchten eten, maar voor mensen zijn de vruchten licht giftig. Paardenkastanjes worden vooral door hommels bevlogen.
Er resteren nog 2 van de 3 (niet monumentale) Paardenkastanjes in de Groente. De middelste paardenkastanje is recent gerooid vanwege gevorderde Kastanjebloedingsziekte. De paardenkastanjes zijn tientalen jaren geleden aangetast door deze ziekte, een landelijk verspreide bacterieziekte waar Witte Paardekastanjes erg gevoelig voor zijn. Andere Paardekastanjesoorten blijken minder vatbaar voor de ziekte, waardoor deze boomsoort niet geheel uit het straatbeeld en tuinen verdwijnt.
De verharding die rond de paardenkastanjes is gelegd, is gefundeerd op een lichte, luchtige constructie van honingraat-platen die de boomwortels van de monumentale bomen geen schade toebrengt of verstikt.
In plaats van de middelste paardenkastanje is inmiddels een jonge zilveresdoorn Acer saccharinum ‘Pyramidale’ geplant, met het doel ook deze te behouden en monumentaal te laten worden. Zilveresdoorn komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, waar ze wel 35 m hoog kan worden, in Nederland 20-25 m. De soort is in de 18e eeuw geïntroduceerd. Deze cv blijft wat smaller dan de soort, waardoor ze wat minder windgevoelig is. Het is een drachtboom voor bijen.
De zilveresdoorn wordt wel eens verward met de suikeresdoorn, zelfs Linnaeus (de beroemde stichter van de nomenclatuur) was mis. Saccharinum betekent suikervloeiend, maar deze soort is niet geschikt voor ahornsiroop-productie. Toch kan deze boomsoort veel sap ‘bloeden’ wanneer ze van eind dec tot juni wordt beschadigd.
Het blad van de zilveresdoorn is diep ingesneden en heeft een witte tot grijze onderzijde, vandaar de Nederlandse naam. Een drachtboom voor bijen en zweefvliegen.
In het parkje voor de woningen 73-79 staan monumentale bomen:
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Pterocarya fraxinifolia | 1910 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Pterocarya fraxinifolia | 1910 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Platanus acerifolia | 1930 | particulier |
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Platanus acerifolia | 1940 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Platanus acerifolia | 1940 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat - centrum | Bomen Monumentaal | Platanus acerifolia | 1880 | Gemeente Reimerswaal |
De dikste Plataan Platanus x acerifolia zou volgens deze gegevens een van de oudste boom in Krabbendijke zijn. Op de begraafplaats zijn enkele even oude bomen te vinden, maar die hebben een minder imposant voorkomen.
Deze meest toegepaste Plataansoort is een kruising (hybride) die omstreeks 1650 in Spanje is ontstaan. Ze wordt ook wel Platanus x hispanica genoemd.
De 2e naam acerifolia wijst op de gelijkenis met esdoornblad. Toen de eerste Engelse kolonisten in Amerika een Amerikaanse Plataan zagen noemde ze die abusievelijk ‘Sycamore’. Die naam is daar blijven hangen.
Niet alle mensen stellen de Plataan op prijs, de rijpe vruchtbolletjes kunnen huidirritatie en hooikoortsklachten geven. De plataan is wel één van de beste bomen om lucht te zuiveren van fijnstof, maar in de herfst bevat het afgevallen blad nog steeds dit fijnstof. Dat maakt Platanenblad opruimen minder prettig.
Een bijzondere eigenschap van Plataan is dat de bast als puzzelstukjes ‘vervelt’, vooral aan de zonzijde kunnen grote stukken loslaten.
In Noordwest-Europa zijn Platanen niet interessant voor insecten of (kost)mossen, grootschalige aanplant zou een verarming van biodiversiteit zijn. Hier en daar een fraai exemplaar is voldoende.
Kaukasische Vleugelnoot Pterocarya fraxinifolia komt van oorsprong uit de Kaukasus, van de Zwarte Zee tot Noord-Iran. Ze behoort tot de familie Juglandacae.
In 1782 werd ze vanuit Iran geïntroduceerd in Frankrijk of Engeland, door botanicus André Michaux of Edouard Spach (afhankelijk van de geraadpleegde bron). Op een gunstige standplaats kunnen deze bomen wel 30 meter hoog worden, en ook heel breed. Een nadeel is wortelopslag wanneer de wortels beschadigd raken.
Het blad van vleugelnoot lijkt op dat van es (fraxinifolia). De vruchtkatjes kunnen wel 50 cm lange slierten vormen, in volle vruchtdracht is de boom nog mooier.
Deze soort was voorheen als enige soort goed winterhard, inmiddels kennen we meerdere Vleugelnootsoorten in ons land, bijvoorbeeld de Japanse vleugelnoot P. rhoifolia ‘Kyoto Convention’, een Nederlandse vondst uit 1999. Deze wat smallere soort vormt amper wortelopslag.
Ook staat in dit parkje een zeskantige muziektent uit ca 1925, toen waren openbare muziekoptreden een prettig verzetje voor de bewoners en versterkten de sociale cohesie in een dorp. Tegenwoordig zijn optredens zeldzaam en wordt de muziektent minder gebruikt
Stop 2: De Hervormde kerk aan Kerkpad 1
De fraaie entree wordt geflankeerd door leilinden en hagen. De strakke vormgeving van de zuilen en poort vallen op, maar de leeftijd is (nog) niet vastgesteld.
De huidige kerk staat op de plaats van een oudere kerk waarvan de eerste steen werd gelegd in 1662. Vanaf 1902 werd ze deels gesloopt en vernieuwd. Het huidige kerkgebouw dateert uit 1914. De registratie rijksmomument geldt met name voor het interieur: de preekstoel in de kerk dateert uit het 1e kwart van de 17e eeuw.
We lopen westwaarts verder. Via de inrit naast appartementengebouw La Bonne Espérance lopen we naar het wandelpaadje richting seniorencomplex Moerbeihof aan de Aalbessestraat.
Stop 3: Aalbessestraat en Kruisbessestraat
Vóór het huidige gebouw Moerbeihof was deze locatie de hof (tuin, mogelijk boomgaardje) van een boerderij. Hierin stond een monumentale (witte) Moerbei Morus alba. Deze boom is al decennia geleden verloren gegaan, er zijn geen afbeeldingen bekend.
De witte Moerbei werd in China gebruikt voor de teelt van zijderupsen. Al in de 6e eeuw werden zijderupsen uit China gesmokkeld, tezamen met hun voedselboom. Tussen de 13e en 15e eeuw werd de Moerbeiboom in Europa geïntroduceerd.
Voor het eetbare fruit werd de Zwarte Moerbei Morus nigra toegepast, die smaakt beter. Het sap van de zwarte Moerbei is donkerpaarsrood, de vlekken gaan niet meer uit kleding en verharding…
We steken schuin over richting het zuiden, waar de groene parkzone de loop van een oude kreek volgt. De volwassen bomen in de parkzone bestaan uit berken en essen.
De inheemse Berken Betula pubescens en B. pendula zijn van origine pioniers, zij vestigen zich op open gronden waar nog geen andere bomen staan, zoals stuifzanden, steppen en toendra's. Maar ook bosranden zijn in trek. Berken zijn geen oud wordende boomsoort, maar uitzonderingen komen voor.
Essen Fraxinus excelsior konden voorheen wel hoge leeftijden bereiken, maar sinds enige jaren tast de Essentaksterfte de bomen zodanig aan dat een monumentale status vrijwel niet meer haalbaar is. Vooral de in Zeeland massaal toegepaste varieteit F.e.’Westhof Glorie’ blijkt erg gevoelig.
We volgen de parkstrook tot de uitzichtplaats Kruisbessestraat naast nr 49.
In de verkaveling van de boomgaarden en percelen ten zuiden van Krabbendijke is de loop van de voormalige kreek nog te herkennen.
Dan lopen we over de grasstrook (of trottoir Kruisbessestraat via wandelpaadje naast Kruisbessestraat 9) naar de J.W. Frisostraat.
Stop 5: Johan Willem Frisostraat
De oude naam van de Zuidweg werd in februari 1953 gewijzigd in de J.W. Frisostraat, ter ere van het bataljon soldaten die hadden geholpen bij het dichten van de dijkbreuk in de Emanuelpolder. Het dagelijks transport van de soldaten ging via de Zuidweg.
In de voortuinen van J.W. Frisostraat 28 en 32 staan fraaie oude bomen, een Plataan Platanus x acerifolia, een Boomhazelaar Corylus colurna en een Rode Beuk Fagus sylvatica ‘Atropunicea’. Deze bomen zijn (nog) niet geregistreerd bij de bomenstichting, maar de gemeente beschouwd ze wel als (potentieel) monumentaal en beeldbepalend.
Ten oosten van J.W. Frisostraat, op het braakliggende veld ‘Kelders’, stond van 1913 tot 2000 de gasfabriek ‘Oosteinde’ met een mooie façade.
Helaas waren gasfabrieken destijds nogal vervuilend voor de omgeving, bij de sanering van het gebied omstreeks 2001 kon de mooie gevel van het gebouw niet bewaard blijven.
Er zijn plannen om dit braakliggende veld een nieuwe bestemming te geven. Voorlopig staan hier de tijdelijke lokalen van de school, tot hun nieuwe pand in de Scoudestraat gereed is.
Stop 6: Dorpstraat 9
We lopen over het grasveld naar de Dorpsstraat ter hoogte van nr. 9. Kijken we naar het oosten, dan begint de Oostweg vanaf de zijweg Wilhelminastraat.
Daar staat tegen de erfgrens een fraaie Plataan die de tegels van het trottoir opdrukte, met struikelgevaar tot gevolg. Hiervoor is nu een stukje trottoir vervangen door halfverharding. De wortels hebben daar geen last van en het grint is makkelijk te egaliseren rond de oppervlakkige wortels. De particuliere Rode Beuk ernaast heeft een wat teruglopende conditie.
We lopen naar het centrum, langs wel heel smalle straatbomen: dit zijn Moeraseiken Quercus palustris ‘Obelisk’ die hun variëteitsnaam eer aan doen. De ruimte is hier te beperkt om breedkronige bomen te hebben.
Stop 7: Scoudestraat
We kijken even opzij de Scoudestraat in, daar is de bouwmarkt Hubo gevestigd in een voormalig kerkgebouw, welke is gebouwd in 1911 voor de Gereformeerde Gemeente.
Omstreeks 1930 bleek dit gebouw alweer te klein en werd een nieuwe kerk in de J.W. Frisostraat gebouwd.
Dit voormalig kerkgebouw kreeg de functie pakhuis en later bouwmarkt. In de gevels zijn nog de gevelbogen te herkennen.
We arriveren weer bij het kruispunt Dorpsstraat, het start- en eindpunt van de wandeling. Wanneer u de wandeling nog wilt verlengen, zijn de begraafplaats aan de Dorpsstraat en de molen in de Westweg interessant.
We hopen dat u van de wandeling heeft genoten.
De onderstaande geregistreerde monumentale bomen van Krabbendijke zijn niet in deze wandeling opgenomen maar ook zeker de moeite waard om te bezoeken.
Dorpsstraat - entree | Herdenkingsboom, Beatrixboom | 1 x Tilia cordata | 1980 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat - entree | Monumentaal | 2 x Platanus acerifolia | 1940 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats oude entree | Monumentaal maar niet geregistreerd: berceau / loofgang | Meerdere Carpinus betulus aan weerszijden pad | onbekend | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats in vierkante kuil | Monumentaal | 1 x Quercus robur | 1940 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats, links van de entree | Monumentaal, dendrologische waarde | 1 x Tilia tomentosa | 1910 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats in ronde kuil | Monumentaal | 1 x Tilia europaea | 1890 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats hoek Oude Rijksweg | Monumentaal (de stam is nog levend) | 1 x Salix x sepulcralis 'Chrysocoma' | 1880 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats bij watersnood monument | Monumentaal | 2 x Carpinus betulus | 1890 | Gemeente Reimerswaal |
Begraafplaats naast poort werkplaats | Monumentaal (aangetast) | 1 x Aesculus hippocastanum | 1880 | Gemeente Reimerswaal |
Rondsel | Monumentaal | Salix x sepulcralis 'Chrysocoma' | 1920 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat | Monumentaal | Platanus acerifolia | 1940 | Gemeente Reimerswaal |
Dorpsstraat | Monumentaal | Fagus sylvatica 'Atropunicea' | 1920 | particulier |
Volgens een jaarverslag uit 1873 stonden er in Krabbendijke twee windkorenmolens. De molen Rozeboom zelf is gebouwd in 1862. De molen is tot 1947 in bedrijf gebleven. De molen is vaak van eigenaar gewisseld, en in 1967 kwam de molen in eigendom van de gemeente Reimerswaal.