Zeeuwse gemeenten voldoen ruim aan opgave Spreidingswet

Waarnemend commissaris van de Koning Hugo de Jonge bood gisteren, als voorzitter van de Provinciale Regietafel Asiel, het Zeeuws provinciaal verslag aan de minister van Asiel en Migratie aan. In dit plan staat hoe de Zeeuwse gemeenten gezamenlijk invulling geven aan de Spreidingswet.

De komende twee jaar zijn er in Nederland naar verwachting 96.000 opvangplekken nodig voor asielzoekers. Daarom is er een verdeling gemaakt over alle provincies. Die verdeling vloeit voort uit de Spreidingswet.  

Opgave Spreidingswet 

De opgave voor Zeeland is 2.109 opvangplaatsen, waarvan 180 voor alleenstaande minderjarige vluchtelingen (AMV). Deze opvangplaatsen moeten op 1 juli 2025 beschikbaar zijn. Uit het verslag blijkt dat gemeenten met elkaar 2.400 plekken aanbieden, waarvan 180 voor AMV. Dankzij de gezamenlijke inspanningen van álle Zeeuwse gemeenten wordt zo ruimschoots aan de opgave voldaan. Elke gemeente draagt naar vermogen bij. Zo bieden de gemeenten samen passende opvang aan diverse doelgroepen. 

Solidariteit en samenwerking: nu en in de toekomst   

Voor de komst van de Spreidingswet maakten de Zeeuwse gemeenten al afspraken over de invulling van de opvangopgaven: de zogenaamde ‘Zeeuwse afspraken’. Ook deze afspraken zijn gebaseerd op solidariteit en samenwerking. De afspraken blijven de basis vormen voor hoe wij de opvang van vluchtelingen en ontheemden organiseren. 

Verder kijken 

De Zeeuwse gemeenten kijken met het oog op de toekomst verder dan de periode waarop de Spreidingswet betrekking heeft (2025 – 2026) en nemen ook daarna hun verantwoordelijkheid. Een aantal gemeenten heeft al concrete plannen voor de opvang voor de langere termijn, andere gemeenten zitten nog in de verkenningsfase.